Van Swedenborgs Werken

 

Vervolg Over Het Laatste Oordeel #0

Bestudeer deze passage

/ 90  
  

Vervolg Over Het Laatste Oordeel En Over De Geestelijke Wereld

Oorspronkelijke titel: Continuatio de Ultimo Judicio

Emanuel Swedenborg – Amsterdam 1763

Nederlandse vertaling door Henk Weevers

Digitale uitgave Swedenborg Boekhuis – 2017

INHOUD:

Hoofdstuk 1. Dat het laatste oordeel is voltrokken, 1-7

Hoofdstuk 2. Over de staat van de wereld en van de Kerk vóór het Laatste Oordeel en daarna, 8-13

Hoofdstuk 3. Over het Laatste Oordeel over de protestanten, 14-31

Hoofdstuk 4. Over de geestelijke wereld, 32-38

Hoofdstuk 5. Over de Engelsen in de geestelijke wereld, 39-47

Hoofdstuk 6. Over de Hollanders in de geestelijke wereld, 48-50

Hoofdstuk 7. Over de pausgezinden in de geestelijke wereld, 51-60

Hoofdstuk 8. Over de heiligen van de pausgezinden in de geestelijke wereld, 61-67

Hoofdstuk 9. Over de mohammedanen in de geestelijke wereld; en over Mohammed, 68-72

Hoofdstuk 10. Over de Afrikanen en over de heidenen in de geestelijke wereld, 73-78

Hoofdstuk 11. Over de Joden in de geestelijke wereld, 79-82

Hoofdstuk 12. Over de quakers in de geestelijke wereld, 83-85

Hoofdstuk 13. Over de Moravische broeders in de geestelijke wereld, 86-90

/ 90  
  

Van Swedenborgs Werken

 

Vervolg Over Het Laatste Oordeel #73

Bestudeer deze passage

  
/ 90  
  

73. Hoofdstuk 10: Over de Afrikanen en over de heidenen in de geestelijke wereld.

De heidenen, die niets over de Heer weten, verschenen om degenen heen die over Hem iets weten, zodat de buitenste omtrek wordt gevormd door hen die volslagen afgodendienaren zijn en zon en maan aanbidden.

Maar zij die één God erkennen en voorschriften, zoals er in de Tien Geboden staan, tot voorschriften van hun godsdienst en van hun leven maken, ziet men in hogere streken en daardoor zijn zij in rechtstreekse gemeenschap met de christenen in het midden; want zo wordt die gemeenschap niet verbroken door de mohammedanen en de pausgezinden.

De heidenen zijn ook van elkaar gescheiden, volgens hun karakter en vermogen om het licht, dat van de Heer door de hemelen uitstraalt op te nemen; want er zijn onder hen, die meer of minder innerlijk zijn en anderen die meer of minder uiterlijk zijn; wat zij niet hebben vanwege hun klimaat maar uit hun godsdienst; en de Afrikanen zijn meer dn anderen innerlijk.

  
/ 90