Van Swedenborgs Werken

 

Vervolg Over Het Laatste Oordeel #0

Bestudeer deze passage

/ 90  
  

Vervolg Over Het Laatste Oordeel En Over De Geestelijke Wereld

Oorspronkelijke titel: Continuatio de Ultimo Judicio

Emanuel Swedenborg – Amsterdam 1763

Nederlandse vertaling door Henk Weevers

Digitale uitgave Swedenborg Boekhuis – 2017

INHOUD:

Hoofdstuk 1. Dat het laatste oordeel is voltrokken, 1-7

Hoofdstuk 2. Over de staat van de wereld en van de Kerk vóór het Laatste Oordeel en daarna, 8-13

Hoofdstuk 3. Over het Laatste Oordeel over de protestanten, 14-31

Hoofdstuk 4. Over de geestelijke wereld, 32-38

Hoofdstuk 5. Over de Engelsen in de geestelijke wereld, 39-47

Hoofdstuk 6. Over de Hollanders in de geestelijke wereld, 48-50

Hoofdstuk 7. Over de pausgezinden in de geestelijke wereld, 51-60

Hoofdstuk 8. Over de heiligen van de pausgezinden in de geestelijke wereld, 61-67

Hoofdstuk 9. Over de mohammedanen in de geestelijke wereld; en over Mohammed, 68-72

Hoofdstuk 10. Over de Afrikanen en over de heidenen in de geestelijke wereld, 73-78

Hoofdstuk 11. Over de Joden in de geestelijke wereld, 79-82

Hoofdstuk 12. Over de quakers in de geestelijke wereld, 83-85

Hoofdstuk 13. Over de Moravische broeders in de geestelijke wereld, 86-90

/ 90  
  

Van Swedenborgs Werken

 

Vervolg Over Het Laatste Oordeel #8

Bestudeer deze passage

  
/ 90  
  

8. Hoofdstuk 2: Over de staat van de wereld en van de Kerk vóór het Laatste Oordeel en daarna.

Dat het laatste oordeel in de geestelijke wereld werd voltrokken, blijkt uit wat eerder is gezegd: opdat men echter iets zal weten over de staat van de wereld en van de Kerk vóór dat oordeel en daarna, is het noodzakelijk dat men eerst het volgende zal weten:

(a) Wat wordt er verstaan door de ‘eerste hemel’ en door de ‘eerste aarde’ die waren voorbijgegaan, (Openbaring 21:1).

(b) Wie en wat zij waren, die zich in de eerste hemel en op de eerste aarde bevonden.

(c) Dat, vóór de voltrekking van het laatste oordeel over hen, de gemeenschap tussen de hemel en de wereld en dus ook tussen de Heer en de Kerk voor een groot deel onderbroken was geweest.

(d) Dat na het laatste oordeel die gemeenschap werd hersteld.

(e) Dat daarom, na het laatste oordeel en niet eerder, de openbaringen voor de Nieuwe Kerk gegeven werden.

(f) Dat de staat van de wereld en van de Kerk vóór het laatste oordeel was als de avond en de nacht; maar na dat oordeel als de morgen en de dag.

  
/ 90